Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...

  • De springers moeten houder zijn van het BFP- of FAI- C - brevet.

  • De uitgevoerde sprongen zullen het sportieve en veilige karakter van het valschermspringen aantonen en de deelnemers zullen, door hun gedrag en houding, een positieve indruk nalaten.

  • Voor de tandemsprongen zal de tandemmaster

    • de toelating moeten hebben van een centrumleider

    • minimum drie achtereenvolgende jaren een geldig brevet hebben

    • minimum 100 tandemsprongen ervaring hebben

    • de dag van de meeting het terrein keuren en hiervan een schriftelijke verklaring afgeven aan de club.

...

  • Het terrein gebruikt voor gelegenheidssprongen, moet persoonlijk door de instructeur die de uitvoering ervan zal leiden op geschiktheid gekeurd worden.

  • Er moet een verantwoordelijke van de club aanwezig zijn op het terrein.

  • Er zal er een verplicht contact zijn tussen de verantwoordelijke op het terrein en de instructeur, net vóór het opstijgen. Bijzonder zal er over gewaakt worden dat er op het moment van de sprong geen bijkomende hindernissen (tenten, kranen,…) werden geplaatst na de controle van het terrein.

  • Eisen voor het terrein:

    • Minimum afmetingen: 50m x 100m,

    • Binnen een straal van 300 m een uitwijkterrein van minimum 50m x 100m.

    • Het landingsterrein moet verder dan 300m gelegen zijn van autosnelwegen of in bedrijf zijnde spoorwegen.

    • De afstand t.o.v het publiek zal minimum 25m bedragen.

    • In de nabijheid van wateroppervlakken zullen dezelfde voorwaarden genomen worden als bij watersprongen.

    • Voor tandemsprongen zal men op het moment van de sprong over een landingszone van minimum 100m moeten beschikken in de windrichting.
      Dit zal bevestigd worden tijdens het contact vóór het opstijgen.