Hoofdvalschermen:
- Hoofdvalschermen voorzien voor opleiding (clubmateriaal)
De verantwoordelijkheid voor het nazicht en vouwen van hoofdvalschermen na iedere sprong kan genomen worden door:
- een instructeur of een valschermtechnicus-rigger.
- een aangestelde “controleur” die door middel van een proef t.a.v. de
centrumleider van zijn club/centrum zijn bekwaamheid aangetoond heeft.
- de springer die zijn bekwaamheid hiertoe bewezen heeft (aangeduid in sprongboek).
- Eigen valscherm
Het nazien en vouwen van het hoofdvalscherm is de individuele verantwoordelijkheid van iedere springer.
- Tandemvalscherm
Tandemvalschermen kunnen geplooid worden door niet springers (plooiers of packers) voor zover deze hun bekwaamheid bewezen hebben. De Opleidingscommissie zal
de opleiding en kwalificatie hiervoor organiseren.
b. Reservevalschermen:
Reservevalschermen moeten gevouwen en in hun container gesloten worden volgens de richtlijnen van de constructeur van de container.
Alle reservevalschermen moeten verzegeld zijn. Het aangebrachte teken moet de identificatie van de rigger of houder van een tang toelaten.
Het vouwen van reservevalschermen moet gebeuren door:
- een valschermtechnicus-rigger;
- een instructeur, met geldige zegeltang, van het type waarvoor hij zijn bekwaamheid bewezen heeft bij de Riggerscommissie.
Bij elk reservevalscherm zal zich een plooikaartje bevinden, met de naam van de plooier en de plooidatum erop vermeld.
Elk reservevalscherm zal periodiek worden geopend en gecontroleerd afhankelijk van de richtlijnen van de respectievelijke constructeurs. Om verwarring te voorkomen zal de Veiligheidscoördinator VVP (VC) echter één tijdsinterval bepalen die bekrachtigd wordt in de Raad van Bestuur. Actueel is dit 180 dagen.