1. Referentie: statuten VVP: art. 2 § 7, art. 8
2. Rechtvaardiging en structuur
Gezien de techniciteit van de sport en het mogelijke gevaar waardoor een snel optreden nodig is, worden inbreuken tegen de veiligheid (o.a. het basisveilig-heidsreglement) binnen de Federatie behandeld.
“Binnen de Federatie” betekent prioritair binnen de clubs en in tweede instantie op niveau Federatie. Dit reglement slaat alleen op het tuchtrecht op niveau Federatie! Het is dus evident dat elke club over een tuchtreglement dient te beschikken dat in de lijn ligt van het tuchtreglement VVP. De filosofie van het tuchtreglement moet in eerste instantie gebaseerd zijn op “ begeleiden tot verbetering “ en minder op “straffen “
Slechts wanneer de veiligheid ernstig in het gedrang komt en van begeleiding weinig of geen effect te verwachten valt , moeten drastische maatregelen genomen worden ter bescherming van de springer , een derde of de sport zelf .
3. Principes
Volgende principes zullen gehanteerd worden om de marginale toetsing van een tuchtreglement door een rechter te doorstaan:
- de club zal de betrokkene officieel kennisgeven van de ten laste gelegde feiten
- het tuchtcollege ( minimum 3 personen waaronder een voorzitter ) zal onafhankelijk worden samengesteld
- de betrokkene zal vooraleer de zaak wordt behandeld op zijn verzoek inzage kunnen krijgen van het dossier
- de gebruikte taal zal op vraag van betrokkene ofwel Nederlands, Frans of Engels zijn .
- de betrokkene kan zich laten bijstaan wat niet belet dat het tuchtcollege de persoonlijke verschijning kan eisen
- de betrokkene heeft het recht om gehoord te worden, om getuigen te laten oproepen en zich te beroepen op ieder ander bewijsmiddel
- het tuchtcollege oordeelt over de opportuniteit van een getuigenverhoor of van het bewijsmiddel; elke weigering zal door de voorzitter gemotiveerd worden
- de debatten zijn openbaar tenzij een uitdrukkelijk verzoek van de betrokkene en mits akkoord van de voorzitter
- de mogelijke sancties moeten beschreven zijn en de uitspraak zal persoonlijk en schriftelijk worden overgemaakt aan de betrokkene
- er moet mogelijkheid zijn tot een hoger beroep waarbij de straf voorlopig wordt opgeschort
- de volledige procedure zal binnen en redelijke termijn worden afgewerkt
4. Doelgroep en kader
Het tuchtreglement slaat op individuele springers aangesloten bij een club van het VVP die inbreuken plegen tegen het BVR of elk ander reglement of aspect dat betrekking heeft op de veiligheid.
5. Aangifte
In principe kan elke individuele springer een aangifte (mondeling of schriftelijk) doen van inbreuken tegen het BVR of in het algemeen tegen de veiligheid.
Uiteraard zal het instructiekorps hierin het voortouw nemen.
De aangifte wordt gedaan aan een verantwoordelijke van de club (centrumleider, voorzitter, Raad van Bestuur). Deze moet hierop reageren. Indien een reactie uitblijft, kan men een aangifte (schriftelijk en ondertekend) doen bij de Coordinator Veiligheid van het VVP .
6. Procedure
A. Een inbreuk behandeld door de club zonder beroep van de inbreukpleger.
De club maakt aan de Coordinator Veiligheid van het VVP een kopie van het afgewerkte dossier over.
De Coordinator Veiligheid heeft dan 2 mogelijkheden:
a. De tuchtmaatregel is aanvaardbaar
Het dossier wordt hiermede gesloten.
N.B: Indien de inbreukpleger tijdens de duur van een tuchtmaatregel van club verandert, wordt de nieuwe club door de Coordinator Veiligheid van de tuchtmaatregel op de hoogte gebracht.
b. De tuchtmaatregel is te licht bevonden
De Coordinator Veiligheid verwittigt de club en de betrokkene van deze beslissing. Een tuchtcommissie in beroep (zie infra) wordt samengeroepen door de Coordinator Veiligheid en een maatregel wordt opgelegd, die aan de club en de betrokkene wordt betekend.
Een inbreuk door de club behandeld waartegen de betrokkene in beroep wenst te gaan.
De club maakt een kopie van het volledig dossier over aan de Coordinator Veiligheid VVP. De Coordinator Veiligheid roept de tuchtcommissie in beroep samen voor behandeling. De uitslag wordt aan de betrokkene en de club betekend.
7. Samenstelling van de tuchtcommissie in beroep
Leden: De Voorzitter VVP, de Coordinator Veiligheid en drie ervaren springers uit de discipline. Minimum 1 van de leden van de tucexaminator.
Voorzitter: De voorzitter VVP of de meest ervaren
NB : De stemming is geheim!
8. Maatregelen op te leggen door het VVP en te volgen door de clubs
Een voorlopige schorsing
De voorlopige schorsing voor het beoefenen van en bepaalde discipline of voor het uitvoeren van gelijk welke sprong (bijv. een voorlopige schorsing als tandemmaster) is geen tuchtmaatregel maar eerder een bewarende maatregel in het kader van de veiligheid. Ze wordt door de club genomen tot de volledige procedure is afgewerkt en er een definitieve maatregel is opgelegd. Indien de club geen voorlopige schorsing oplegt, kan dat eventueel door de Coordinator Veiligheid . De betrokkene wordt van deze maatregel op de snelste maar wel persoonlijk op de hoogte gebracht en dit wordt bevestigd met een geschreven document.
Een verwittiging
Een verwittiging is een geschreven aanmaning waarin gesteld wordt dat de inbreukpleger bij een herhaling van de inbreuk een zwaardere tuchtmaatregel zal opgelegd worden.
Een begeleidende maatregel
De tuchtcommissie kan de inbreukpleger een begeleidende maatregel opleggen zoals bv. het verplicht volgen van een recyclage, het verplicht laten filmen van de sprongen voor controle gedurende een aantal sprongen, enz.…
De tijdelijke schorsing
De tijdelijke schorsing is een tuchtmaatregel waarbij een inbreukpleger voor een bepaalde periode verboden wordt alle of een bepaalde springactiviteit of discipline te beoefenen.
De tijdelijke schorsing kan maximaal 2 kalenderjaren bedragen.
Elke tijdelijke schorsing kan gecombineerd worden met een begeleidende maatregel
De definitieve schorsing
Indien een pleger van een inbreuk binnen een periode van 5 jaar, 2 maal tijdelijk wordt geschorst voor inbreuken van dezelfde aard, kan de tuchtcommissie hem bij een derde inbreuk van dezelfde aard definitief voor een bepaalde springactiviteit schorsen. Een definitieve schorsing voor alle sprongactiviteiten of voor een bepaalde discipline kan ook wanneer een zeer ernstige inbreuk tegen de veiligheid werd vastgesteld die rechtstreeks een mensenleven in gevaar heeft gebracht en waarbij het te verwachten valt dat een begeleidende maatregel geen effect zal hebben .
Opmerking: Iemand schrappen als lid van een vereniging is een statutaire maatregel die alleen door de AV kan worden genomen!
9. Termijnen
In ieders belang moet de tuchtprocedure zo kort mogelijk worden gehouden.
Een “redelijke” termijn voor de volledige procedure is vier maanden (eerste aanleg en beroep elk 2 maanden).