1. TOELATINGSAANVRAAG
Demonstratiesprongen worden steeds via een erkende club/centrum aangevraagd. De club is verantwoordelijk voor de voorbereiding en de uitvoering.
De schriftelijke toelatingsaanvraag tot het bekomen van een NOTAM dient gericht te worden aan:
Het Directoraat Generaal van de Luchtvaart, Dienst Veiligheid
Vooruitgangstraat 56
1210 Brussel
Formulieren voor dergelijke aanvragen zijn ter beschikking op de website van het VVP.
De aanvraag dient tenminste vijf kalenderdagen voor de datum van de demonstratiesprong ingediend te worden. Een kopie van de aanvraag zal naar de VC VVP worden doorgestuurd.
De toelating kan, zonder opgave van reden, geweigerd of ingetrokken worden.
2. VOORWAARDEN
Volgende documenten zullen aan het Directoraat Generaal van de Luchtvaart worden overgemaakt:
Het advies van de betrokken Burgemeester(s).
De schriftelijke toestemming van de eigenaar(s) en/of huurder(s) van de gebruikte terreinen.
Het getuigschrift van keuring van het terrein door een instructeur in het valschermspringen.
Een gedetailleerde schets van het terrein.
De club stelt een apart verzekeringsdocument op en stuurt dit door naar het VVP.
De club houdt de vereiste documenten, gedurende een periode van drie maanden, ter beschikking.
De toelating wordt naar de club gestuurd, met de eraan verbonden voorwaarden. De club is verantwoordelijk om de piloot-gezagvoerder en de verantwoordelijke instructeur inzage te geven van deze toelating en de eraan verbonden voorwaarden. .
De club deelt de afgelasting van toegestane sprong(en) zo spoedig mogelijk mee aan het betrokken vluchtleidings-orgaan meegedeeld.
Valschermsprongen buiten de toegestane periode zijn niet toegelaten.
3. DE SPRONGEN
De springers moeten houder zijn van het FAI C-brevet.
De uitgevoerde sprongen zullen het sportieve en veilige karakter van het valschermspringen aantonen en de deelnemers zullen, door hun gedrag en houding, een positieve indruk nalaten.
Voor de tandemsprongen zal de tandemmaster
de toelating moeten hebben van een centrumleider
minimum drie achtereenvolgende jaren een geldig brevet hebben
minimum 100 tandemsprongen ervaring hebben
de dag van de meeting het terrein keuren en hiervan een schriftelijke verklaring afgeven aan de club.
4. TERREINEN
Het terrein gebruikt voor gelegenheidssprongen, moet persoonlijk door de instructeur die de uitvoering ervan zal leiden op geschiktheid gekeurd worden.
Er moet een verantwoordelijke van de club aanwezig zijn op het terrein.
Er zal er een verplicht contact zijn tussen de verantwoordelijke op het terrein en de instructeur, net vóór het opstijgen. Bijzonder zal er over gewaakt worden dat er op het moment van de sprong geen bijkomende hindernissen (tenten, kranen,…) werden geplaatst na de controle van het terrein.
Eisen voor het terrein:
Minimum afmetingen: 50m x 100m,
Binnen een straal van 300 m een uitwijkterrein van minimum 50m x 100m.
Het landingsterrein moet verder dan 300m gelegen zijn van autosnelwegen of in bedrijf zijnde spoorwegen.
De afstand t.o.v het publiek zal minimum 25m bedragen.
In de nabijheid van wateroppervlakken zullen dezelfde voorwaarden genomen worden als bij watersprongen.
Voor tandemsprongen zal men op het moment van de sprong over een landingszone van minimum 100m moeten beschikken in de windrichting.
Dit zal bevestigd worden tijdens het contact vóór het opstijgen.