Hoofdvalschermen:
Hoofdvalschermen voorzien voor opleiding (clubmateriaal)
De verantwoordelijkheid voor het nazicht en vouwen van hoofdvalschermen na iedere sprong kan genomen worden door:
een instructeur
een valschermtechnicus-rigger.
een aangestelde “controleur” die door middel van een proef t.a.v. de
centrumleider van zijn club/centrum zijn bekwaamheid aangetoond heeft.de springer die zijn bekwaamheid hiertoe bewezen heeft (aangeduid in sprongboek).
Eigen valscherm
Het nazien en vouwen van het hoofdvalscherm is de individuele verantwoordelijkheid van iedere springer.
Tandemvalscherm
De verantwoordelijkheid voor het nazicht en vouwen van tandemvalschermen na iedere sprong kan genomen worden door:
een tandeminstructeur
een valschermtechnicus-rigger.
springers en niet springers (plooiers of packers) voor zover deze hun bekwaamheid bewezen hebben. De Opleidingscommissie zal de opleiding en kwalificatie hiervoor organiseren.
Reservevalschermen:
Reservevalschermen moeten gevouwen en in hun container gesloten worden volgens de richtlijnen van de constructeur van de container.
Reservevalschermen moeten gevouwen worden door:
een valschermtechnicus-rigger;
een instructeur, met geldige zegeltang, van het type waarvoor hij zijn bekwaamheid bewezen heeft bij de Riggerscommissie.
Alle reservevalschermen moeten verzegeld zijn. Het aangebrachte teken moet de identificatie van de rigger of houder van een tang toelaten.
Bij elk reservevalscherm zal zich een plooikaartje bevinden, met de naam van de plooier en de plooidatum erop vermeld.
Elk reservevalscherm zal om de 180 dagen worden geopend en gecontroleerd volgens de richtlijnen van de respectievelijke constructeurs.