Vlaams Verbond van Paraclubs

Skip to end of metadata
Go to start of metadata

You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

Version 1 Next »

Inleiding

Leden VVP die nog geen instructiebevoegdheid hebben en deze wensen te behalen moeten eerst een cursus basisinstructeur volgen en hierin slagen.

Dit bewijst dat men kan lesgeven en de basiskennis bezit van het valschermspringen .

Toelatingsvoorwaarden

  • Leeftijd: Minimum 21 jaar – Maximum 50 jaar.

  • Uit veiligheidsoverwegingen wordt een maximum gewicht van 110 kg opgelegd.

  • Anciënniteit in de sport: Minimum 3 jaar lid van een centrum/club van het VVP.

  • Kennis: Minimum D-brevethouder.

  • Voorgedragen door de club: Een aanvraag goedgekeurd en getekend door de voorzitter van de club met een evaluatie van de centrumleider.

  • De goedkeuring krijgen van de Opleidingscommissie VVP.

Cursus, stage en examen

  • De opleiding begint met een theoretische, klassikaal gegeven cursus. De kandidaat bewijst zijn kennis en begrip van de gegeven materie door middel van een schriftelijk examen.

  • Als de kandidaat geslaagd is voor het schriftelijk examen, moet de kandidaat stage lopen op zijn dropzone onder begeleiding van een peter.

    • De (dienstdoende) centrumleider zal in samenspraak met de Opleidingscoördinator VVP er over waken dat de begeleiding gebeurt door de meest bekwame instructeurs (peters).

    • Het is de verantwoordelijkheid van een peter om regelmatig formele feedback te geven aan de kandidaat door middel van een online formulier.

    • De kandidaat zal zich onder toezicht van een instructeur in de club bekwamen in het geven van praktijklessen. De kandidaat vraagt na het geven van praktijklessen zelf naar feedback van de toezicht houdende instructeur.

    • Een kandidaat instructeur kan niet verantwoordelijk zijn voor de gegeven les aan leerlingen.

  • In de herfst van het jaar volgend op de theoretische cursus zal de kandidaat opgeroepen worden voor het afleggen van een mondeling examen ingericht door het VVP. Het slagen in dit examen betekent dat de kandidaat basisinstructeur is en een kwalificatie mag behalen.

Procedure

  1. Aanvraag in jaar X ( minimum 1 maand voor begin cursus )

  2. Theoretische cursus in het najaar van jaar X.

  3. Theoretisch examen in het voorjaar van jaar X+1

  4. Stage gedurende het springseizoen in jaar X+1

  5. Examens in najaar X+1.

Inhoud theoretische cursus (voor zover nog niet afgedekt door D-brevet)

  1. Circulaire GDF05 (statuut VVP ter info).

  2. De Organisatie van het springgebeuren met de statuten en het Huishoudelijk Reglement

  3. Enkele begrippen over de luchtvaartreglementering en altimetrie.

  4. Enkele begrippen over aerodynamica toegepast op valschermen.

  5. Het Basisveiligheidsreglement.

  6. Materiaalkunde.

  7. Enkele begrippen over EHBO.

  8. Het verzekeringssysteem.

  9. Een overzicht van de verschillende disciplines.

  10. Meteo

  11. De invloed van EASA op het springen

  12. Didactiek toegepast op een paar basistechnieken in het valschermspringen circuitvliegen , noodprocedures , exit ….

  13. Meteo )

De stage

  • Na het slagen voor het schriftelijk theorie examen wordt de kandidaat “stagiair instructeur” in zijn club .

  • Dit betekent dat hij opleiding kan geven onder toezicht en verantwoordelijkheid van een bevoegd instructeur die als PETER zal worden aangesteld . Uiteraard is dit beperkt tot het geven van de theorie . Er wordt benadrukt dat de kandidaat nooit alleen les mag geven en dat de centrumleider hier zijn verantwoordelijkheid heeft.

  • De activiteiten van de stage en de commentaren van de peter terzake zullen in een stage -document worden vermeld. Het is de verantwoordelijkheid van de stagiair om ervoor te zorgen dat er voor al zijn activiteiten een stagedocument wordt ingevuld.

De examens

Schriftelijk theorie examen

  • Na de theoretische cursus volgt er een schriftelijk examen over elk vak.

  • De aspirant instructeur moet minstens 60% halen op elk onderdeel.

Onderwerp

Punten

Circulaire GDF05

05

Org van het springgebeuren

10

Luchtvaartreglement + Altimetrie

10

Aërodynamica

05

Basisveiligheidsreglement

20

Materiaalkunde

20

EHBO

05

Verzekering

05

Disciplines

05

Meteo

05

EASA

10

Totaal

100

Stage en Mondeling examen

  1. Evaluatie van de stage door de lesgever didactiek op basis van de input van de peter

  2. Les geven over een basisthema opgegeven door de lesgever didactiek

  3. Een interview per kandidaat waarop gelet wordt op de technische kennis , maturiteit en ervaring.

Onderdeel

Punten

Voorbereiding en stage

40

Lesgeven

100

Technische kennis

60

Totaal

200

Kosten

De kosten voor de deelnemers aan de cursus worden jaarlijks vastgelegd door het bestuur van het VVP. In de kostprijs zit de aanschaf van de syllabus .

Brevet

Het slagen in het examen is een fundamentele voorwaarde voor deelname aan een gespecialiseerde vorming (AFF, Tandem) .

Instructeurs ( AFF of Tandem ) komende van een andere federatie of land mogen niet zelfstandig een opleiding geven. Ze dienen vijf jaar springervaring aan te tonen, de basiscursus instructeur te volgen en te slagen zodat ze de specifieke regels ( oa BVR ) kennen en ook bewezen hebben de taal machtig te zijn teneinde misverstanden zo veel als mogelijk uit te sluiten . Voor hun kwalificatie van AFF of tandem, beslist de Coordinator Veiligheid samen met de Coordinator Opleiding tot homologatie . In elk geval zal een testsprong worden uitgevoerd.

  • No labels